I Love Beeing’s ultrakorte bijencursus
Dat de bij hulp nodig heeft wist je ongetwijfeld al. Maar als het over bijen gaat denken de meeste mensen aan een honingbij. Wat niet iedereen weet is dat er in Nederland 360 soorten bijen zijn. En dat de honingbij daar maar één van is! Hieronder praten we je daarom even bij. No pun intended.
Leestijd: 2 minuten.
1. Bijensoorten
Wereldwijd zijn ruim 20.000 soorten bekend. Anders dan de honingbij, het meest sociale beestje ever, leven de meeste wilde bijen solitair. Soorten die je in je tuin kunt tegenkomen zijn bijvoorbeeld zandbijen, groefbijen, sachembijen, maskerbijen en hommels. En honingbijen natuurlijk.
2. Jouw potje honing
Een snelle rekensom: een honingbij vervoert per vlucht 50 mg nectar. Die 50 mg nectar levert 34 mg honing op. Voor één pot honing van 450 gram zijn dus 450.000 mg : 34 = 13.250 vluchten uitgevoerd. Voor een kilo honing moet een bij een rondje om de wereld vliegen.
3. Vliegafstanden
De fourageerafstand van honingbijen is zo’n 3 kilometer. Bij wilde bijen is dat heel anders. Met een maximale afstand van slechts een paar honderd meter hebben zij een veel kleiner leefterrein. Extra belangrijk dus om te zorgen dat overal genoeg voedsel is te vinden. Het sleutelwoord is biodiversiteit.
4. Bijenhotels
Insectenhotels goed voor de wilde bijen? Zeker, maar lang niet voor alle soorten. De meeste wilde bijen verkiezen een holletje in kaal zand. Maar een deel is geholpen met een hotel van goede kwaliteit. Let er wel op dat de buisjes van binnen glad zijn en aan één kant gesloten, en dat er geen regen in komt. Na twee jaar zijn de buisjes aan vervanging toe. Voor alle bijensoorten geldt dat ze op een zonnige plek nestelen, bij voorkeur op het zuiden.
5. Best druk in zo’n bijenkast
Een bijenvolk telt op het hoogtepunt van het bijenseizoen tussen de 20.000 en 50.000 bijen. Het is dan ook bloedjeheet in zo’n bijenkast, ongeveer 35 graden.
6. Achteruitgang van de bijen
De hoofdoorzaken zijn (in een notendop): 1. te weinig voedsel door intensieve landbouw en verlies van biodiversiteit, 2. verstening door toenemende bebouwing en bestrate tuinen en terreinen, 3. pesticiden. Honingbijen hebben daarnaast ook te kampen met de varroamijt.
7. Bijenplanten
8. Een bij die steekt gaat dood. Toch?
Hoeft niet hoor. Dat geldt alleen voor honingbijen. Die sterven meestal doordat een deel van het achterlijfje afscheurt als de angel in iemands huid achterblijft. Hommels en wilde bijen hebben geen weerhaken aan hun angel, dus zij leven gewoon door. Maar ook die zullen altijd proberen om te vluchten in plaats van aanvallen; bijen zijn enorm van het harmoniemodel.
9. Sociaal?
Honingbijen wonen en werken samen met tienduizenden soortgenoten. Ook hommels zijn sociale bijen, zij leven in kolonies van tientallen of honderden hommels. De ruim 300 andere soorten wonen alleen. Die noemen we wilde of solitaire bijen.
10. Bestuiving
80% van alle planten is afhankelijk van bestuiving. Dat geldt voor planten in de vrije natuur, verbouwde gewassen en sierplanten. Bestuiving kan plaatsvinden via wind, water of zelfbestuiving. Maar een groot deel van alle planten is deels of volledig afhankelijk van insecten voor de voortplanting. Bestuiving is cruciaal voor de productie van voedsel en grondstoffen, maar dus ook voor onze strijd tegen de opwarming van de aarde.